Informatie - Aardrijkskunde

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Cursus: endogene en exogene processen > Thema 7

Cursus: endogene en exogene processen - Thema 7 : Informatie

Thema 7: invloed van de mens op het landschap en het klimaat

Wat is een debat

Een discussie ontstaat als je het met iemand ergens over oneens bent. Je probeert de ander dan te overtuigen van je gelijk door het aanvoeren van argumenten. Soms lukt dat, soms niet.

Een debat is een discussie met regels. Een debat wordt georganiseerd over een specifiek onderwerp en er doen sprekers aan mee van wie je van tevoren weet dat ze het met elkaar oneens zijn over dat onderwerp. Zij worden verdeeld in voorstanders en tegenstanders.

Ook worden vooraf een aantal ‘spelregels’ afgesproken. Bijvoorbeeld dat het debat maximaal een half uur duurt. Daarnaast is het bijna altijd zo dat er een derde groep mensen is die de voor- en tegenstanders proberen te overtuigen. Deze mensen nemen aan het einde van het debat een beslissing over wie het beste gedaan heeft. De debaters proberen dus niet elkaar te overtuigen maar het publiek of de jury.

- Onderstaand kun je een flmpje vinden waarin kort wordt uitgelegd wat een debat is.

Een stelling bedenken


Een stelling maakt het debat mogelijk. En daarom is het van belang om zorgvuldig een stelling te formuleren. Het onderwerp moet zorgvuldig gekozen worden, de formulering moet prikkelen en toch zowel voor- als tegenstanders aanknopingspunten bieden. Hoe kan je nou een goede stelling formuleren?

Stap 1: Bedenk eerst een aansprekend thema. Een thema waarover mensen een mening hebben én waarover ze het (grondig) oneens zijn. Weinig is dodelijker voor een debat dan een situatie waarbij (vrijwel) niemand het onderwerp interessant of belangrijk genoeg vindt om er iets over te zegen. (Bijvoorbeeld: mensen hebben vaak discussies over kernenergie en het klimaat)

Stap 2: Vraag je vervolgens af waar mensen het precies over oneens zijn. Daarbij worden niet de specifieke argumenten bedoeld, maar een concreet voorstel. Indien meerdere, kies er een. (Bijvoorbeeld: er is vaak onenigheid over de bouw van nieuwe kerncentrales)

Stap 3: Bedenk een scherpe, bondige en prikkelende formulering voor de stelling. Vraag jezelf af: Is het mogelijk om deze stelling eenvoudiger te formuleren? Een goede stelling bestaat uit een enkelvoudige zin van maximaal tien woorden. Lange stellingen, met bijzinnen, leiden alleen maar tot verwarring. (Bijvoorbeeld: Nederland moet meer kerncentrales bouwen)

Stap 4: Loop deze checklist door om te kijken of hij goed is.

Wordt de stelling wel beslist op basis van argumenten? Een stelling als ‘de doodstraf leidt tot minder criminaliteit’ is een onderzoeksvraag die je beter aan wetenschappers kunt voorleggen: dat wordt immers niet door argumenten bepaald maar door cijfers. En dus is het geen goede stelling. Een debat over de wenselijkheid van een concreet voorstel werkt vaak beter.

Kunnen de deelnemers er wel een meningsverschil over hebben, of gaat het om een vaststaand feit? Een stelling als ‘alcohol is slecht voor jongeren’ lijkt haast onmogelijk aan te vallen voor de tegenstanders. Zeker wanneer voor- en tegenstanders niet zelf hun positie kunnen bepalen, is het belangrijk als beide kanten een eerlijke kans hebben in het debat.

Zijn de voorstanders vóór een verandering ten opzichte van de huidige situatie? Een stelling als "We moeten ons huidige beleid handhaven" leidt tot verwarring, omdat de bewijslast ineens bij de tegenstanders ligt. En die zijn het waarschijnlijk helemaal niet eens over wat er moet veranderen.

Een goede stelling bevat geen ontkenning. Woorden als ‘geen’, ‘niet’ of ‘nooit’ zouden onmiddellijk alle alarmbellen moeten doen rinkelen. Immers: het tegenspreken van een dergelijke stelling leidt al snel tot een dubbele ontkenning. "Ik ben tegen het niet naar Afghanistan sturen van…" En dat leidt alleen maar tot verwarring tijdens het debat.

Een goede stelling bevat geen argument. Een argument in een stelling is absoluut verboden. Wat als je vóór het voorstel bent, maar het oneens bent met het genoemde argument? Dan ben je eigenlijk tegen de stelling. Dus niet: "Om Nederland groener te maken moeten we meer kerncentrales bouwen" of "Om criminaliteit tegen te gaan moeten we de doodstraf invoeren". Maar: "Nederland moet meer kerncentrales bouwen" of "We moeten de doodstraf invoeren". Het is aan deelnemers aan het debat om de argumenten te verzinnen.


 

Stelling bedenken

- Onderstaand kun je drie filmpjes vinden waarvan je één moet gebruiken om een stelling te bedenken met je groepje.

1. Andre op Aarde in de klas - Bevolking

2. Andre op Aarde in de klas – Klimaatverandering

3. Andre op Aarde - Ontbossing


 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu