Opdrachten - Aardrijkskunde

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Cursus: endogene en exogene processen > Thema 6

Cursus: endogene en exogene processen - Thema 6 : Opdrachten

Thema 6:

Voordat je start met dit thema beantwoord je de introvraag en plaats je dit op het forum. Dit is om te kijken wat jouw voorkennis over dit onderwerp is.

De introvraag van dit thema is:

In welk klimaat wonen wij? Hoe merk jij dit?

Opdracht 1


Maak met de gegevens die je op deze pagina kunt vinden een powerpoint. Je powerpoint bestaat uit de verschillende landschapszones "tropische, subtropische, aride, gematigde, boreale, polaire".   Je mag per landschapszone 2 dia’s gebruiken. Zorg er voor dat je alle informagtgie hieronder verwerkt in je powerpoint.
Per landschapzone moet je gebruiken:
- afbeeldingen (soms 2 per zone)
- de klimaatgrafieken
- een kaartje waarop je de ligging aangeeft van de landschapszone

Succes!



Onderstaand het kaartje waarop je de ligging aan kan geven













Klimaatgrafieken

Kenmerken:

Aride zone, Gematigde zone, Polaire zone, Boreale zone, Subtropische zone, Tropische zone  

- Grote uitspoeling door een hoog neerslagoverschot
- Savanne klimaat
- Bodem met 2 horizonten
-Woestijnklimaat
-Hoge tot zeer hoge chemische vruchtbaarheid
- Woestijnsteppe
- <250mm neerslag
-  Zwerflandbouw

-  Lage chemische vruchtbaarheid
- Tropisch regenwoudklimaat
-Woestijn (zand, grind, rots en zout)
-Woestijnsteppe
-Lage fysische vruchtbaarheid  
-Grassteppe (prairie, pampa, poesta)
-Nomadisch  veeteelt
-Irrigatielandbouw

- Gematigd zeeklimaat
- Zomergroen loofwoud
- Lage chemische vruchtbaarheid door veel uitspoeling neerslag overschot,
- Veel directe opname planten
- Grote uit- en inspoelingslaag door veel regen,  - moedermateriaal van de bodem is zand.
-Maquis
-Kenmerken van een gematigd zeeklimaat en een tropisch klimaat
-Graanschuur van de wereld  

- Landklimaat, lage wintertemperaturen, kort groeiseizoen
-  Naaldwoud
-Groeiseizoen lang genoeg
-Wel een grote humuslaag, maar een zure humuslaag
-Podzolbodem
-Lage chemische vruchtbaarheid, te zure bodem

-Moderne grootschalige landbouw irrigatie en traditionele kleinschalige landbouw.  -Toendraklimaat
-Poolklimaat
-Kort groeiseizoen, lage temperaturen
-Toendra (gras, heide, struiken)
-Geen begroeiing, (sneeuw, ijs, kaal)
-Lage fysische vruchtbaarheid (permafrost)
-Extensieve Landbouw veehouderij
-Subtropisch klimaat,  
-Naald- en loofbos
-Lage struiken en bomen




Afbeeldingen

 



Opdracht 2


A) Geef bij onderstaande klimaatgrafieken aan welk klimaat er volgens Köppen bij hoort. Geef ook aan of het op het noordelijk of zuidelijk halfrond ligt.  

Noteer je antwoorden als volgt:

1. (klimaat) (NH/ZH)

B) Bespreek je antwoorden in je werkgroepje.

C) Lever als werkgroepje jullie gezamelijke antwoorden in via het forum.  

D)  Vervolgens krijgen jullie de goede antwoorden van jullie docent.

E) Kijk jullie antwoorden na. Hebben jullie nog veel fouten gemaakt? Bekijk dan de informatie over het klimaatsysteem van Köppen nog eens.


 
 
 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu